HOME INLEIDING OPDRACHT VERWERKING BRONNEN AFSLUITING DOCENT
 

1939-1954: Suriname en de Tweede Wereldoorlog

Suriname voor de Tweede Wereldoorlog
Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 zag de situatie in Suriname er niet rooskleurig uit. De plantages brachten niet veel op en leden verlies. De economische wereldcrisis die tijdens de jaren '30 heerste veroorzaakte net als in andere delen van de wereld veel werkloosheid, armoede en honger.

Een verdeelde samenleving
Daarnaast was de Surinaamse maatschappij in hoge mate verdeeld. De verschillende bevolkingsgroepen kwamen nauwelijks met elkaar in contact, omdat de bevolkingsgroepen gescheiden van elkaar in verschillende delen van Suriname leefden. Ook qua werk waren de bevolkingsgroepen van elkaar gescheiden. Zo leefden de meeste creolen in en rond Paramaribo, waar ze als arbeider werkzaam waren of in overheidsdienst zaten. De Hindostanen leefden vooral op het platteland, waar de meesten werkten als kleinlandbouwer of als handelaar. Pogingen om eenheid te scheppen tussen de verschillende bevolkingsgroepen, door onder meer de Nederlandse taal in het onderwijs verplicht te stellen, had weinig succes. De bevolkingsgroepen bleven vooroordelen over elkaar houden.
De creolen voelden zich de 'echte Surinamers'. Zij waren al ver voor de komst van de Aziaten naar Suriname gekomen. Onder hen waren er veel kleurlingen (mulatten) die een blanke voorouder hadden en zich daarom verheven voelden boven de Aziaten, die vrijwillig naar Suriname waren gekomen om 'slavenarbeid' te verrichten. De Hindostanen voelden zich weer verheven boven de Javanen, maar ook de Javanen hadden weer vooroordelen over de creolen en de Hindostanen. Zo zouden de creolen in de ogen van de Javanen lui, ruw en luidruchtig zijn, en de Hindostanen zuinig, hebzuchtig en sluw. De Hindostanen vonden de Javanen weer ondoordacht en verspillend. Bovendien hielden veel Javanen erg vast aan hun eigen Javaanse cultuur en leefwijze omdat ze de hoop hielden ooit nog eens terug te keren naar Java.

Surinamers hebben geen inspraak in het bestuur
Hoewel er sprake was van een volksvertegenwoordiging in de vorm van de Koloniale Staten, had deze vrijwel geen invloed in de politieke besluitvorming. De Nederlandse Gouverneur, die het oppergezag had in Suriname, hoefde zich niks aan te trekken van de besluiten van de Koloniale Staten (een soort volksvertegenwoordiging van kolonisten). Bovendien gold er censuskiesrecht, waardoor alleen de rijkste klasse in de Surinaamse maatschappij (de blanken en enkele kleurlingen) hun mening via de Koloniale Staten naar voren konden brengen.

1939-1945: Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog
Tot de Tweede Wereldoorlog was de ontwikkeling van Suriname dus niet rooskleurig. De bevolkingsgroepen leefde in armoede en zonder inspraak gescheiden van elkaar. De Tweede Wereldoorlog bracht echter grote veranderingen in Suriname. Van een kolonie die weinig opbracht en verlies leed, waar veel werkloosheid en armoede heerste, ging Suriname in enkele jaren een belangrijke rol spelen in de Tweede Wereldoorlog.


In bauxietrijke gebieden gebruiken ze bauxiet ook als wegbedekking, omdat het zo goedkoop is en beter blijft liggen bij de vele regens die Suriname heeft. Nadeel is dat het enorm stuift en auto's er enorm vies van worden.

De reden voor deze plotselinge wending waren de Surinaamse bauxietmijnen. Omdat Suriname veel bauxiet in de grond heeft zitten kwamen er veel Amerikaanse troepen naar Suriname. Van bauxiet wordt aluminium gemaakt, en juist van dit materiaal maakte de Amerikanen hun gevechtsvliegtuigen. De Amerikanen hadden in Suriname grote behoefte aan werkkrachten voor de aanleg van het vliegveld Zanderij, het bouwen van militaire installaties en voor het winnen van bauxiet. Veel Surinamers trokken van het platteland naar Paramaribo om werk te verrichten voor de Amerikanen.
Ook toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen, bleef deze industrie die door de Amerikanen tot bloei was gebracht in Suriname belangrijk.

Voor Joden die wilde vluchten uit het onveilige Europa stond Suriname met open armen klaar tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Zo'n 500 joden zijn in deze periode naar Suriname gekomen.

1954: de totstandkoming van het Statuut


Standbeeld van Wilhelmina bij Fort Zeelandia. Suriname is nogsteeds dankbaar voor de aankondiging van Koningin Wilhelmina de koloniën na de Tweede Wereldoorlog meer zelfstandigheid te willen geven. Het onderschrift bij het standbeeld
luidt: Hulde van Suriname aan Koningen Wilhelmina 1898 - 1923

Koningin Wilhelmina had in 1942 beloofd de koloniën na de Tweede Wereldoorlog meer zelfstandigheid te geven. Om dit te realiseren werden er in 1948 en 1954 twee 'rondetafelconferenties' gehouden. De uitkomst van deze twee conferenties werd het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden genoemd. Dit hield in dat de koloniën van Nederland op het gebied van binnenlandse zaken en financiën geheel zelfstandige rijksdelen werden. Het censuskiesrecht werd afgeschaft en er kwam algemeen kiesrecht, zodat elke volwassen Surinamer mocht stemmen. De leiding van Suriname kwam in handen van een gekozen regering, die verantwoording moest afleggen aan de volksvertegenwoordiging. Met deze ontwikkeling werd Suriname op het gebied van binnenlandse zaken een parlementaire democratie (parlement is een ander woord voor volksvertegenwoordiging), zodat de Nederlandse gouverneur geen belangrijke rol meer had in de Surinaamse politiek.

Nederland hield echter wel de zeggenschap over zaken die het hele Koninkrijk aangingen. Zo bleef de zeggenschap over buitenlandse zaken en defensie in handen van Nederland.

 

Terug